Jan Grotenbreg
Jan Grotenbreg werd in 1946 in de Noord-Hollandse stad Alkmaar geboren en volgde de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg. Sinds 1967 woont en werkt hij in Amsterdam op de hoogste verdieping van een atelierwoning, dat in de dertiger jaren speciaal ontworpen werd voor kunstenaars. Vanuit deze studio heeft hij een formidabel uitzicht op de unieke Hollandse wolkenluchten.
In 1970 besloot Grotenbreg om een monochroom blauw vlak te schilderen. Binnen de begrenzing van het formaat wilde hij de “totale ruimte” uitdrukken. Vanuit dit perspectief begon hij met het schilderen van wolkenluchten, waarbij de horizon is verdwenen. Men kan deze schilderijen zien als een vervolg op de Hollandse landschapsschilders traditie. Grotenbreg’s wolken worden gezien als ‘machtige evocaties van de ervaring om op je rug te liggen kauwend op een grasspriet en starend naar het eindeloze, steeds wisselende, trage, theatrale spel der wolken’ (criticus Ferd Op de Coul). De veranderlijkheid, ongrijpbaarheid en vanzelfsprekendheid van wolken geven, tezamen met de schitterende grijstinten, hem de inspiratie. Zijn schilderijen maakten deel uit van moderne kunsthistorische stromingen als Fundamentele Schilderkunst (de identiteit van het medium: het vlak, de verf en textuur zijn belangrijker dan de voorstelling) en Hyperrealisme (waarin een voorstelling scherper is verbeeld vergeleken bij een foto).
In 1996 schilderde Grotenbreg een indigoblauw vlak, de hemel. Een zilverglanzende volle maan verscheen in het nachtlicht, in een geheimzinnige, occulte atmosfeer. Daarna maakte hij een serie Maanlandschappen en Manen en Nachtlicht (deze serie ontstond tijdens een reis langs dorpen in Frankrijk, waar de straatverlichting ’s nachts uit ging). Op een zeker moment verscheen er ook een hond, als ‘waakhond’ tussen ondermaans en bovenmaans. In deze serie werken wordt het mystieke aspect in zijn werk voelbaar.
In 2000 maakte Grotenbreg een cementen lijst rond een maanschilderij en ontdekte cement als ruwe ondergrond voor een voorstelling. Hierbij voegde hij een nieuwe aardse dimensie aan zijn werk toe. Het resultaat is vaak vergeleken met middeleeuwse muurschilderingen, de zo-genoemde fresco, geschilderd in natte kalk. Deze techniek was in Europa (met name in Italië) een wijdverbreide decoratieve kunstvorm, waar de verweerde stukken van zijn overgebleven. Grotenbreg is echter niet zo geïnteresseerd in de decoraties, maar meer in de verweerde kwaliteit ervan. Dit vormt het uitgangspunt voor een indrukwekkende reeks dierenstudies naar de natuur. Veel dieren zoals het paard, de koe en de stier, alsmede minder bekende dieren zoals de beschermde roofvogel de monniksgier, de Egyptische Nijlvogel Ibis en de bedreigde huismus zijn door Grotenbreg in een laag grijs cement met acryl verf in zwartbruine kleurnuances op linnen vastgelegd. Hij schildert enkel dieren waar hij een bepaalde affiniteit mee heeft. (Met name de ibis – de Ibis als God, de heilige vogel in het oude Egypte – inspireert hem; hij maakte verschillende reizen naar Egypte). Grotenbreg over de techniek: “De onderlaag met cement is uniek, de techniek is niet gangbaar. Cement is een bouwstof en houdt niet op doek. Na veel experimenten heb ik met moderne bindmiddelen een oplossing voor dit probleem gevonden. De textuur en compositie van het op te brengen cement is een belangrijk onderdeel in mijn werk, waarbij ervaring de leermeester is.”
ZIE OOK DE WEBSITE www.jangrotenbreg.nl